Onlangs heeft een groep hoogleraren zich verzameld rondom een website (www.Professorenmanifest.nl) om hun zorgen omtrent de Katholieke kerk van Nederland te uiten. Omdat ik er door parochianen over ben aangesproken is het misschien goed er een aantal woorden aan te wijden.

Twee bijzondere aandachtspunten lopen als rode lijnen door het manifest. Het zijn de gevoelde weerzin tegen de manier waarop naar hun idee de kerk wordt bestuurd en het verlangen de kerk zo lokaal mogelijk vorm te geven. Al snel na het bekend worden van deze website, werden een aantal reacties gepubliceerd. Zo is er door een journalist op gewezen, dat er weliswaar dure woorden worden gebruikt, maar de tekst nauwelijks hooggeleerd mag worden genoemd omdat de analyse niet zo diep graaft. Anderen hebben gevraagd in hoeverre de opstellers van de tekst werkelijk nauw verbonden zijn met de moeilijkheden waar veel parochies mee worstelen. De tekst staat in hun ogen te ver van de dagelijkse praktijk af.

Voor ons lijkt het me vooral belangrijk om stil te staan bij het verlangen om het geloofsleven zo lokaal mogelijk vorm te geven. Dat verlangen herkennen we, denk ik, allemaal. Hoe dichter bij huis we ons geloof concreet kunnen beleven, hoe liever! Onze op handen zijnde parochiefusie wil dan ook geen ander doel dienen dan dat. Door de lokale geloofsgemeenschappen te verlossen van allerlei bestuurlijk gedoe, kan alle tijd en energie worden gestoken in waar het echt om gaat.
Heel graag willen we nog meer dan nu dienstbaar zijn aan elkaar en aan de mensen om ons heen. Zodat mensen in de straat zich weer gaan afvragen: “Hoe doen ze dat, die christenen, dat ze zo liefdevol, zo dienstbaar en zo geduldig met elkaar en anderen omgaan?” Heel graag willen we nog meer met elkaar over ons geloof kunnen spreken en samen leren.
Stel, mensen gaan inderdaad weer vragen waarom wij ons ten koste van alles inzetten voor de naaste, wat antwoorden we dan? Is het niet nodig om in onze huizen, in school, tijdens bijeenkomsten van de parochie uit de Bijbel te lezen, te bidden en over ons geloof te praten? Misschien klinkt dat allemaal een beetje vreemd. Als typisch pastoorspraat. Maar aan de andere kant: hoe kunnen we samen een geloofsgemeenschap zijn dicht bij elkaar en dicht bij de mensen als we het er niet samen over hebben? Laten we eerlijk zijn: als we nooit meer over God en zijn liefde voor mensen praten, wat voor zin heeft onze parochie dan nog?
De professoren hebben groot gelijk wanneer ze zich zorgen maken over de lokale geloofsgemeenschappen. Die zorgen hebben we allemaal. Het punt is echter dat niemand anders dan wijzelf (met Gods hulp!) voor de oplossing kunnen zorgen. Heel lang hebben katholieken gedacht dat het allemaal wel vanzelf gaat. Dat klopt niet. De kerk heeft zowel plaatselijk als in groter verband alleen toekomst als mensen gezamenlijk met heel hun hart, met heel hun verstand en met beide handen willen geloven dat God goed is. Als we graag plaatselijk een geloofsgemeenschappen willen vormen, dienen we daarom niet als eerste naar de bisschop te kijken. Die kan niet overal tegelijk zijn en heeft maar weinig mogelijkheden. We zullen in de spiegel moeten kijken en aan de persoon die we dan zien moeten vragen: “En jij, doe jij mee?”
 
Pastoor A. Bultsma.

Vieringen binnenkort